Velen hebben faalangst, het gevoel ‘het niet goed te doen’ en ‘het niet voor elkaar te krijgen’, terwijl ze weten dat ze het kunnen. Ook hebben ze grotere kans op verslavingen, verkeersongelukken en lopen ze meer risico in aanraking te komen met criminaliteit. ADHD gaat zelden vanzelf over.
Volwassenen hebben vaak tevergeefs geprobeerd hun leven aan te passen aan hun hyperactiviteit en concentratieproblemen.Behandeling kan er toe leiden dat de verschijnselen van ADHD verminderen. Samen met de behandelaar onderzoekt de persoon hoe hij of zij eigenschappen als originaliteit, creativiteit en intuïtie beter kan gebruiken, bijvoorbeeld in een nieuwe opleiding of baan.
Volwassenen met ADHD en ouders van kinderen met ADHD kunnen verder veel steun en hulp hebben aan contact met lotgenoten.
te verminderen. Ook kan het de stemmingswisselingen en agressieve uitbarstingen beperken. Andere veelgebruikte medicijnen bij ADHD zijn antidepressiva en Clonidine.
Als u zich zorgen maakt over uw kind, uzelf of iemand anders in uw omgeving en een aantal van de beschreven verschijnselen herkent, doet u er goed aan hierover met uw huisarts of iemand van bureau Jeugdzorg te praten. Voor het stellen van de diagnose worden kinderen eventueel doorverwezen naar de kinderarts of kinderpsychiater.
Als volwassene kunt u worden doorverwezen naar een instelling voor geestelijke gezondheidszorg (ggz, of Riagg) bij u in de buurt of een vrijgevestigd psycholoog, psychotherapeut of psychiater.
Adressen Riagg en ggz
of www.impulsdigitaal.nl.